Biodiversiteit in je tuin
Wat kan jij doen voor meer biodiversiteit?
De laatste tijd staat biodiversiteit in de volle belangstelling. Met bijvoorbeeld subsidieregelingen voor natuur inclusief bouwen en met een hogere waardering voor plannen waarbij van te voren wordt nagedacht of het plan iets bijdraagt aan het vergroten van de biodiversiteit. Maar wat is dat en kan ik er iets mee voor de natuur in mijn eigen tuin?
De term biodiversiteit verwijst naar de verscheidenheid aan leven op aarde. Binnen soorten, tussen soorten en tussen de ecosystemen waartoe ze behoren. Jouw tuin is ook een ecosysteem. Een leefomgeving waarin verschillende planten, dieren, schimmels en bacteriën met elkaar samenleven. Het aantal verschillende soorten planten en dieren in Nederland is in de afgelopen jaren sterk afgenomen door de manier waarop wij ons land hebben ingericht en beheerd. Ook tuinen zijn steeds vaker ingericht als verlenging van de woonkamer, netjes opgeruimd, met praktische tegels en een paar planten.
Misschien denk je dat jouw tuin te klein is om iets toe te voegen. Maar alle tuinen bij elkaar is toch een serieus groot oppervlak. Dus ja! Je kan jouw tuin zo inrichten dat het eten, drinken, beschutting en een woonplek biedt aan verschillende soorten. Je helpt daarmee dieren in jouw omgeving. Richt je op insecten, vogels en bijvoorbeeld egels. Dan wordt jouw tuin aantrekkelijk voor heel veel dieren.
Een gezonde bodem
Het begint met het gezond houden van de grond in je tuin.
Het bodemleven is misschien niet zo zichtbaar als vogels of een egel. Maar de micro-organismen in de grond zorgen wel voor zuurstof en voeding van planten en dieren. Gebruik daarom geen gif.
In een grote tuin heb je vast een plek voor een composthoop. Daar kan je plantenresten composteren en daarna terug brengen in de borders. In een kleine tuin kan je de grove delen gebruiken in een insectenhotel en de fijne delen versnipperen en direct in de border laten verteren.
Plant verschillende soorten planten
- Kies een mengsel van inheemse soorten die van nature thuis horen op de grondsoort in jouw tuin en cultuur soorten die in de verschillende seizoenen voedsel vormen voor dieren met hun blad, bloemen en vruchten. Sommige insecten zijn afhankelijk van bepaalde inheemse planten, andere zijn minder selectief.
- Laat de beplanting in jouw tuin aansluiten op de groenstructuur en de natuur in het landschap eromheen, zodat het samen een groot aaneengesloten geheel gaat vormen. Bijvoorbeeld op het bos, houtwallen, oeverbeplanting van sloten en meren en op beplanting in buurtuinen.
- Koop bij voorkeur planten die zonder gif gekweekt zijn.
- Bomen, hagen en klimplanten tegen muren en schuttingen bieden nestgelegenheid en beschutting voor vogels en allerlei insecten.
- Combineer beplanting van verschillende hoogtes. Lage bodembedekkers met middelhoge planten en hoge heesters en bomen. Op die manier maak je een ecosysteem waar allerlei dieren een leefplek en voedsel vinden.
- Laat afgestorven planten in de winter staan. Samen met groen blijvende planten geven ze beschutting aan overwinterende dieren in je tuin. Knip ze in het voorjaar terug, of net voordat je bollen gaan bloeien.
- Laat het mos in je tuin op sommige plekken gewoon zitten. Vogels gebruiken het als zacht vulmateriaal in hun nest.
Tuin met bodembedekkers, struiken, gras, bomen en hagen
Water in je tuin
- Met een vogelbad of ander ondiepe schaal met water zorg je voor drinkwater in je tuin. Voor insecten, vogels en allerlei zoogdieren.
- Kikkers, padden en salamanders hebben graag een vijver met een flauw talud waar de zon het water kan opwarmen.
- Bij steile vijverranden of slootkanten kan je een schuine plank aan de rand plaatsen zodat dieren die er in vallen er weer uit kunnen.
Badderende zwartkop
Maak een takkenril of een bladhoop
- In een grote tuin heb je vast plaats voor een takkenril. Een mooie plek om je snoeiafval te gebruiken. Met een paar paaltjes houd je de takken bij elkaar. Je kan het ieder jaar bijvullen want ze zullen langzaam verteren. Het is een fijne plek voor bijvoorbeeld het Winterkoninkje.
- Heb je een bosje of een brede heesterrand, laat het blad in de herfst hier dan liggen. Je kan extra bladeren op hopen gooien voor een overwinterplek voor egels.
- Het blad en de takken worden verteerd door schimmels, slakken en allerlei insecten die zelf weer voedsel zijn voor vogels en bijvoorbeeld egels.
Insectenhotel - stapelmuur
- Je kan een insectenhotel op een zonnige plek plaatsen, dichtbij planten waar hommels, bijen en vlinders op vlliegen voor stuifmeel en nectar.
- Stapel stenen, tegels en hout met spleten en kieren op een zonnige plek of juist een schaduwplek voor allerlei insecten en spinnetjes. Op een schaduwplek zullen salamanders er een fijne vochtige plek vinden. Je kan het stapelmuurtje gebruiken om een hoogteverschil op te vangen, in een kruidenspiraal, of bijvoorbeeld als zitbank.
Kleine watersalamander
Een groene erfafscheiding
- Plaats een haag in plaats van een schutting, bijvoorbeeld van Beuk, Haagbeuk, Liguster, of Veldesdoorn. Of een wintergroene haag van Laurierkers, Taxus of Olijfwilg. Je kan er ook Meidoorn, Rozen en Sleedoorn doorheen mengen voor een landelijke gemengde haag. Op die manier heb je wel een zichtbare scheiding met je buren. Maar dieren kunnen er doorheen en ze gebruiken het als schuil- en nestplaats.
- Heb je wel een schutting? Maak egelopening in de onderkant en zoek een plekje voor een vogelhuisje.
- Plant klimplanten zoals Bosrank, Kamperfoelie, Klimop, Leirozen en Wingert tegen schuttingen en muren waarin vogels kunnen nestelen.
Beperk verlichting
- Beperk de hoeveelheid verlichting in je tuin. Dieren hebben het donker nodig.
- Koppel een bewegingsmelder en/of een tijdklok aan lampen die je wel graag wil hebben voor veiligheid en sfeerverlichting.
Geraniums zijn ware insectenmagneten. Kijk maar eens op dit filmpje.