Zelf je tuin ontwerpen deel 3

Het eerste concept

Nu is het tijd om alles wat je bij in de vorige module bedacht en getekend hebt samen te voegen in een eerste concept tekening, een vlekkenplan. Later gaan we dat verder uitwerken in het voorlopig - en definitief ontwerp.

Pak je wensenlijst, je inventarisatie en je sfeerbeelden erbij. En pak je inmeettekening en transparant papier of maak een kopie van je inmeettekening zodat je erop kan tekenen.

Is er een beeld, een mooi en leuk idee wat eruit springt?

• Wat is er echt belangrijk? Qua sfeer? Wat voor beplanting, wat voor vormgeving, welke materialen? Wat wil je graag doen?
• Ben je met meerdere huisgenoten? Leg dan de lijsten naast elkaar. En probeer de belangrijkste wensen een plek in de tuin te geven.
• Kan je de beelden en ideeën een plek geven in de tuin?
• Ga schuiven met de beelden en ideeën tot je tevreden bent.
• Niet alles zal passen.....'kill your darlings....' en 'minder is meer...' 
• Wat kan je combineren?
• Keuzes maken is kan op sfeer, budget en maatvoering. Een aantal dingen zal makkelijk afvallen. Laat de laatste dingen eerst open. Tijdens het verder uitwerken zal vanzelf duidelijk worden waar je voor kiest.

• Wanneer je de lijst bekijkt is er dan een thema wat er uitspringt?  Wat is een belangrijk thema? Bijvoorbeeld ruimte, geborgenheid, samen eten, spelen, rust-relaxen, bos, water, verrassing, thuis op vakantie, vakantieland, strand, open plek in het bos, boho, feest, seizoenbeleving, natuur, eten uit de tuin...
• Ga eens kijken of je een bepaald thema in de hele tuin kunt toepassen. Kunt uitvergroten en heel belangrijk maken. Wat komt er in je op wanneer je aan dit thema denkt? Hoe ziet dat eruit? Wat voor sfeer, welke planten, wat voor materialen, wat doe je in de tuin. 
• Of dat je verschillende thema's een plek in de tuin geeft. Hoe gaat dat dan in elkaar over. Is het van compleet van elkaar gescheiden, of heb je zicht- en looplijnen die het met elkaar verbindt? 

Wat ga je tekenen:

• Voor een aantal zaken zal heel duidelijk zijn wat je ermee wil. Of het blijft, of dat het weg gaat. Dat kan je al vast op de tekening zetten. 
• Teken belangrijke routes naar deuren en door de tuin met lijnen op de tekening.
• Teken de zichtlijnen met pijlen op de tekening.
• Geef met een dikke lijn of een arcering aan waar je géén zichtlijn wilt. 
• Geef met cirkels of ovalen aan waar je bepaalde functies/wensen in de tuin een plek wilt geven. Deze mogen elkaar overlappen. Begin met de essentiële en voeg daar de belangrijke en leuke wensen aan toe.
• Kan je verschillende dingen met elkaar combineren?
• Probeer in te schatten hoe groot de cirkel of het ovaal moet zijn.
• Kan je die functies/wensen ook op een andere plek in de tuin een plek geven? Teken een tweede of derde variant.
• Schrijf bij de functies op wat voor sfeer je zoekt en welke vragen er nog zijn.
• Kijk ook hoe de tuin en je huis in het omringende landschap ligt. Hoe sluit het daarop aan, wat vind je belangrijk om mee te nemen in het plan voor jouw tuin. 
• Kleur de tekening in met potlood of stift.

Grootte doet er toe.

Een grote of kleine tuin vraagt verschillende ontwerpoplossingen. Ga na hoeveel ruimte je hebt en wees realistisch en praktisch over wat je er mee kan doen. Kijk ook eens naar de wanden van de tuin. Bij kleine tuinen is dat oppervlak soms groter dan het maaiveld, het platte vlak. kan je daar ook iets mee doen? Met klimmende of hangende beplanting, bergruimte of een muurkasje, een muurschildering of muurfonteintje, een extra zithoekje met bank tegen de muur of een uitklaptafel?

(te) Grote tuinen kan je opdelen in verschillende ruimtes. Of met coulissen kleinere subruimtes maken.

De vorm van je tuin

De vorm van je tuin is van invloed op het ontwerp en de verdeling van functies. Een vierkante of langwerpige tuin kan opgedeeld worden in verschillende ruimtes, verschillende zones met ieder een eigen sfeer of functie. Dan overzie je niet alles in een keer, dat is spannender en geeft een gevoel van ruimte. Je kan je verschillende functies en boeiende hoekjes inbouwen. Met poortjes en zichtlijnen nodig je mensen uit om door de tuin te dwalen. 

Een ondiep tuin waarvan de achterkant dicht bij de gevel van het huis ligt kan je iets groter laten lijken door met schuine lijnen te werken. dan benadruk je de langere diagonaal in de tuin.
Tuinen met complexere vormen, met zijstuiken, extra 'armen' lijken moeilijker in te richten. Maar je kan er gebruik van maken door iedere plek zijn eigen functie te geven en ze met zichtlijnen, een pad of gazon te verbinden.